top of page

Informatie over het land

The Gambia

Het land

Gambia is m​et een oppervlakte van 11.300 km² het kleinste land op het vaste land van Afrika en wordt op de kuststreek na geheel omsloten door Senegal. Gambia ligt op het meest westelijke puntje van Afrika aan de Atlantische Oceaan. Gambia is van oost naar west zo’n 320 kilometer lang en slechts enige tientallen kilometers breed. Bij de kust is het land 48 km breed, maar het versmalt zich geleidelijk tot 24 km breedte. De oppervlakte van Gambia is maar iets groter dan een kwart van Nederland.

Door het land loopt de goed bevaarbare Gambia-rivier die als levensader van het land wordt gezien. De rivier doorsnijdt het land van west naar oost in tweeën. Er zijn niet veel mogelijkheden om de rivier over te steken. Het landschap is licht glooiend met wat heuveltjes in het binnenland. Langs de kust liggen de vele zandstranden die met name erg in trek zijn door toeristen vanuit Europa.

Import en export

Economie

De economie van Gambia behoort tot de zwakste in de wereld. De Gambiaanse economie rust hoofdzakelijk op de agrarische sector en de visserij. De belangrijkste exportproducten zijn de vis en de pinda. Op kleinere schaal worden ook specerijen, papaya en mango geëxporteerd. Voor eigen gebruik verbouwt met casave, couscous, rijst en groente. April en mei, de droge maanden staan bekend als ‘hungry season’. De wintervoorraden zijn op en het is wachten op de nieuwe oogst. Ieder jaar is het afwachten hoe de oogst zal zijn, een gebrek aan regen kan de hele oogst vernietigen. Door uitputting van de grond neemt de landbouw de laatste jaren af.

De meeste verse vis wordt gevangen op de oceaan en in de rivier. Deze vis wordt verkocht aan restaurants en toeristenhotels. Voor de lokale bevolking wordt de vis te koop aangeboden op de plaatselijke markt en bij de kraampjes langs de weg. Een deel van de vis wordt gerookt en gaat als exportartikel naar buitenland.

De toeristenindustrie levert een steeds groter aandeel in het nationaal inkomen en draagt zo steeds meer bij aan de werkgelegenheid en de welvaart van de bevolking. De toeristensector bevindt zich met name het meest in het westen langs de kust. Hierdoor profiteren met name alleen de mensen in het westen ervan. De inwoners van het binnenland leven veelal alleen nog steeds om te overleven.

Het maken van kleding, houtbewerking, kleine handeltjes in fruit en groente zorgt voor een andere inkomstenbron. De werkloosheid in Gambia is erg hoog en de meeste Gambianen leven in absolute armoede.

Gambia is erg afhankelijk van export o.a. betreft voedsel, brandstof, transportmiddelen, enz.. De meest import komt vanuit China maar ook landen als Senegal en Nederland drijven handel met Gambia. Veel voedsel zoals uien, aardappelen maar ook eieren komen uit Nederland. Net als de vele tweedehands kleding en meubels.

20221211_105321.jpg
20221211_105334.jpg

Wonen in Gambia

Inwoners

Gambia heeft 2 miljoen inwoners en behoort met z’n 178 personen per km2 tot één van de dichtstbevolkte landen van Afrika. De meeste mensen wonen in de kuststreek, waarvan de drie belangrijkste steden Banjul, Serekunda en Brikama zijn. De meeste inwoners heeft Serekunda.

 

Het geboortecijfer ligt erg hoog; per 1000 inwoners worden er 43 kinderen geboren en vrouwen krijgen gemiddeld 5,7 kinderen in hun leven. De zuigelingensterfte is ook hoog. 125 van de 1000 kinderen sterven in het eerste levensjaar.

De bevolkingsopbouw van Gambia is volstrekt niet te vergelijken met de West-Europese. Kinderen en jongeren t/m 14 jaar maken 45% van de bevolking uit. De gemiddelde levensverwachting is 54 jaar.

De inwoners van Gambia zijn over het algemeen vriendelijk ingesteld. Opmerkelijk is dat vrijwel elke Gambiaan gedag zegt.

​

Stammen en talen

In Gambia wonen ongeveer 15 verschillende stammen die ongeveer 30 verschillende talen spreken met elk hun eigen cultuur. Deze stammen komen niet alleen in Gambia voor, maar in praktisch alle West-Afrikaanse landen.

Een kleine, maar belangrijke groep zijn de Libanezen die veel bakkerijen, restaurants en een belangrijk deel van de voed​ingsmiddelenimport in handen hebben. Verder leven er nog ongeveer 25.000 Senegalezen, voornamelijk als arbeidskrachten.

​

Engels is de officiële voertaal. De bevolking rond de kust beheerst deze taal redelijk maar zodra je iets verder naar het binnenland ga zullen ze je al snel niet meer verstaan. De belangrijkste stamtalen zijn Mandinka, Wollof, Jola, Manjaco en Fula waar in de inwoners onderling communiceren.

​

Families leven veelal met elkaar in een compound (op een erf).

Ze koken en eten met elkaar, maken met elkaar het huis en de compound schoon en dragen met elkaar zorg voor de kinderen. 

 

Het land is in vergelijking met Nederland veilig, al moet je als blanke in bepaalde gebieden wel extra oppassen. Met name 's avonds op straat. Helaas is de criminaliteit in Gambia de laatste jaren flink toegenomen. 

​

​

Ligging en klimaat

Flora

Gambia kent een grote verscheidenheid aan vegetatie. Verschillende soorten palmen komen voor in Gambia, met name de kokospalm. Opvallend is de katoen- of kapokboom die meer dan 50 meter hoog kan worden. De kapok die uit de zaden komt, wordt gebruikt als vulling voor matrassen en kussens. De mahonieboom levert mahoniehout op. Door het vele kappen komt deze boomsoort nog maar weinig voor in Gambia. 

In de droge streken komen acacia’s en de meest karakteristieke boom van Afrika voor: de baobab of apenbroodboom. De baobab wordt ongeveer 20 meter hoog en kan meer dan 1000 jaar oud worden. De boom speelt een rol in talloze Afrikaanse mythen en legenden. De schors, de vruchten, de bladeren, het hout, bijna alles van deze boom wordt door de bevolking gebruikt.

In het nattere zuiden groeien mango-, cashew, en citrusbomen, evenals oleanders, hibiscus en bougainville. 

​

Fauna

In Gambia werden tot nu toe ongeveer 450 verschillende soorten vogels geteld, en nog steeds worden nieuwe soorten ontdekt. Sommige soorten komen alleen in Gambia voor. Veel toeristen gaan speciaal voor de vogels naar Gambia, boeken een vogelsafari en trekken er in alle vroegte op uit om mooie shots te maken.

Grote vogels zijn onder andere de maraboe, gieren, lepelaars, kraanvogels, arenden, uilen en de opmerkelijke grondneushoornvogels. Grote zoogdieren zijn vrijwel allemaal uitgestorven. Giraffen, leeuwen, buffels en grote antilopen komen vrijwel uitsluitend in natuurparken voor. Landinwaarts komen nog wel nijlpaarden en krokodillen voor in de Gambia-rivier.

Ook lopen er in Gambia verschillende apensoorten los, met name de kleine apensoorten zoals de fluweelaap of de huzaaraap komen overal in het land voor. Verder zijn er nog kleine antilopensoorten, aardvarkens en knobbelzwijnen.

Zowel op het land als in het water komen slangen voor, sommige zijn zeer giftig. Reuzenhagedissen en kameleons zien we ook regelmatig. In de Gambia-rivier leven verschillende zeldzame vissoorten. Doordat het water van de Gambia-rivier zo’n 150 tot 180 kilometer landinwaarts zout is zijn er in de rivier zelfs dolfijnen waar te nemen. Bij de kust komen onder andere nog zeeschildpadden en haaien voor. De bijna uitgestorven zeekoe is nog af en toe te zien bij riviermondingen. In de Mangrove groeien aan de wortels vele mangroveoesters.

20221010_104853.jpg
20230319_105404.jpg
20230319_105404.jpg

Gezondheidszorg en educatie

Gezondh​eidszorg

De gezondheidszorg in Gambia staat op een heel laag peil. Er is een tekort aan vrijwel alles: er zijn te weinig klinieken, te weinig artsen, te weinig geschoolde verpleegkundigen, en te weinig medicijnen. Op het platteland zijn duizenden mensen afhankelijk van de (kraam-) klinieken die in de wat grotere dorpen zijn gevestigd. Patiënten moeten daarheen lopen, want op het platteland zijn vaak geen auto’s daarvoor aanwezig. In deze kleine gezondheidsposten zijn meestal wel een verloskundige en een verpleegkundige aanwezig, maar bijna nooit een arts.

Medisch gezien gaat in Gambia de grootste zorg naar moeder en kind, dat wil zeggen controles vóór de bevalling, de bevalling zelf en de controle van de zuigelingen. Echter de kraamklinieken en de consultatiebureaus hebben vaak nauwelijks apparatuur.

Er sterven veel vrouwen in het kraambed. Ook de kindersterfte is erg groot.

Gemiddeld sterven 48 van de 1.000 baby’s bij de geboorte, halen van de 1000 baby's zo’n 125 kinderen het 1e levensjaar niet en zo'n 200 kinderen het 5e levensjaar niet.

De belangrijkste doodsoorzaken zijn malaria en ziektes die worden veroorzaakt door het drinken van vervuild water (zoals diarree, hepatitis A en tyfus).

De levensverwachting van de mensen in Gambia is dan ook maar 53 jaar, en maar 3% van de bevolking wordt ouder dan 65 jaar.

​

Onderwijs

In Gambia bestaat geen leerplicht. Driekwart van de kinderen volgt in elk geval enkele jaren onderwijs.

De inbreng van de kinderen bij het werk op het land en/of huishouding is vaak noodzakelijk. 

Het lager Islamische basisonderwijs is gratis. De overheid ondersteund alleen scholen die verplichte Arabische les geven en onderwijs uit te Koran.

Gratis of niet, bij bijna alle scholen wordt er wel een bijdrage aan de ouders gevraagd voor het schoolfonds en een uniform. Dit uniform is verplicht en staat voor de gelijkheid van de kinderen. Ook moeten de ouders betalen voor boeken, schriften, pennen, etc. Een kleuterschool (nurseryschool) voor kinderen van 4 t/m 8 jaar is echter een privé school, waar ook de salarissen betaald moeten worden door de school zelf. Doordat de ouders vaak nog veel moeten en niet kunnen bijdragen, zijn er veel kinderen die helemaal niet naar school gaan.

90a441_8d367b95828c4bdf87300f87b41804bb~mv2.webp
bottom of page